NJ 2006, 209
Uitleg begrip anoniem telefoontje; bewijsrecht.
HR 14-03-2006, ECLI:NL:PHR:2006:AU9109
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
14 maart 2006
- Magistraten
Mrs. F.H. Koster, G.J.M. Corstens, B.C. de Savornin Lohman
- Zaaknummer
00637/05
- Conclusie
A-G Knigge
- LJN
AU9109
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2006:AU9109, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 14‑03‑2006
ECLI:NL:PHR:2006:AU9109, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 14‑03‑2006
- Wetingang
Essentie
1. Een proces-verbaal, houdende telefonisch verstrekte informatie van een persoon die anoniem wilde blijven, moet worden aangemerkt als een schriftelijk bescheid houdende de verklaring van een persoon wiens identiteit niet blijkt, conform art. 344a lid 3 Sv.
2. Namens verdachte is de wens te kennen gegeven de anonieme persoon te (doen) ondervragen. Dit is weliswaar niet uitdrukkelijk verzocht, maar het aangevoerde — dat ook aan de anonieme getuige veel vragen te stellen zijn — kan bezwaarlijk anders worden verstaan. Hierdoor stond art. 344a lid 3 Sv in de weg aan het gebruik van het ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.