NJ 2006, 164
Onbegrijpelijk oordeel dat verdachte geen rechthebbende is van onder hem inbeslaggenomen voorwerpen.
HR 14-02-2006, ECLI:NL:PHR:2006:AU9114
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
14 februari 2006
- Magistraten
Mrs. C.J.G. Bleichrodt, J.P. Balkema, J. de Hullu
- Zaaknummer
00659/05
- Conclusie
A-G Knigge
- LJN
AU9114
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Strafprocesrecht / Voorfase
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2006:AU9114, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 14‑02‑2006
ECLI:NL:PHR:2006:AU9114, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 14‑02‑2006
- Wetingang
Essentie
Nu verdachte heeft aangevoerd eigenaar te zijn van de onder hem inbeslaggenomen voorwerpen is het oordeel dat aannemelijk is dat verdachte niet als rechthebbende ten aanzien van die voorwerpen kan worden aangemerkt, zonder nadere motivering onbegrijpelijk.
Voorgaande uitspraak
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te Leeuwarden van 29 oktober 2004, nummer 24/001435–03, in de strafzaak tegen J. van S. Adv. mr. G. van Gessel te Veendam.
Hof:
De uitspraak
Het Hof heeft in hoger beroep de verdachte vrijgesproken van het hem bij inleidende dagvaarding primair tenlastegelegde en hem voorts ter zake ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.