NJ 2006, 548
Onvoldoende bewijs causaal verband tussen vrijheidsberoving en dood slachtoffer.
HR 11-10-2005, ECLI:NL:HR:2005:AT5772
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
11 oktober 2005
- Magistraten
Mrs. F.H. Koster, G.J.M. Corstens, J.P. Balkema, A.J.A. van Dorst, B.C. de Savornin Lohman
- Zaaknummer
03669/04A
- Conclusie
A-G Machielse
- LJN
AT5772
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2005:AT5772, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 11‑10‑2005
ECLI:NL:HR:2005:AT5772, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 11‑10‑2005
Beroepschrift, Hoge Raad, 21‑09‑2004
- Wetingang
Sr (Ned. Antillen) art. 295; Sr art. 282 lid 3
Essentie
Bewezen is verklaard vrijheidsberoving de dood ten gevolge hebbend. Uit de gebezigde bewijsmiddelen kan niet worden afgeleid dat tussen de ten laste van verdachte en zijn mededaders bewezenverklaarde vrijheidsberoving en de dood van het slachtoffer een zodanig verband heeft bestaan dat de dood redelijkerwijs als gevolg van die vrijheidsberoving aan verdachte kan worden toegerekend.
Samenvatting
Ten laste van de verdachte is bewezenverklaard dat hij tezamen en in vereniging met anderen opzettelijk slachtoffer wederrechtelijk van de vrijheid heeft beroofd en beroofd gehouden, hebbende hij verdachte, toen en daar tezamen met zijn mededaders opzettelijk voornoemd slachtoffer wederrechtelijk meegevoerd naar een ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.