JOL 2005, 580
Uitleg begrip andere feiten waarvoor ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel mogelijk is.
HR 11-10-2005, ECLI:NL:HR:2005:AT3654
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
11 oktober 2005
- Magistraten
Mrs. F.H. Koster, G.J.M. Corstens, J.P. Balkema, W.M.E. Thomassen, H.A.G. Splinter-van Kan
- Zaaknummer
02249/04P
- Conclusie
A-G Jörg
- LJN
AT3654
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2005:AT3654, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 11‑10‑2005
ECLI:NL:HR:2005:AT3654, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 11‑10‑2005
Beroepschrift, Hoge Raad, 05‑11‑2004
Essentie
Uitleg begrip andere feiten waarvoor ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel mogelijk is.
Voorgaande uitspraak
Arrest op het beroep in cassatie tegen een uitspraak van het Gerechtshof te Arnhem van 19 december 2003, nummer 21/000098–03, op een vordering tot ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel ten laste van: [betrokkene], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1970, zonder bekende woon- of verblijfplaats hier te lande.
Hoge Raad:
1. De bestreden uitspraak
Het Hof heeft in hoger beroep — met vernietiging van een beslissing van de Rechtbank te Zutphen van 27 februari 2002 — de betrokkene de verplichting opgelegd tot betaling aan ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.