NJ 2006, 613
Beschikking cfm. art. 552p Sv hoeft, ingeval art. 22 lid 2 en art. 23 lid 5 Sv zijn toegepast, niet in het openbaar te worden uitgesproken.
HR 11-10-2005, ECLI:NL:HR:2005:AU4086
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
11 oktober 2005
- Magistraten
Mrs. F.H. Koster, G.J.M. Corstens, J.W. Ilsink
- Zaaknummer
00315/05B
- Conclusie
plv. P-G Fokkens
- LJN
AU4086
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Strafprocesrecht / Voorfase
Internationaal strafrecht / Justitiële en politionele samenwerking
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2005:AU4086, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 11‑10‑2005
ECLI:NL:HR:2005:AU4086, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 11‑10‑2005
Beroepschrift, Hoge Raad, 02‑03‑2005
- Wetingang
Sv art. 22 lid 2; Sv art. 23 lid 5; Sv art. 24 lid 1; Sv art. 552p
Essentie
Beschikking cfm. art. 552p Sv niet in het openbaar uitgesproken. Art. 24 lid 1 Sv schrijft uitspraak van de beschikking in raadkamer in het openbaar voor, ook als de behandeling cfm. art. 22 lid 2 Sv met gesloten deuren heeft plaatsgevonden. Indien toepassing is gegeven aan art. 23 lid 5 Sv (o.a. afzien van oproeping van betrokkenen) zouden doel en strekking van die bepaling echter worden ondergraven bij een verplichte uitspraak in het openbaar. Redelijke wetstoepassing brengt mee dat art. 24 lid 1, tweede volzin, Sv dan uitzondering lijdt. Art. ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.