NJ 2006, 611
Vordering GVO tegen onbekende verdachte om verjaring te stuiten.
HR 04-10-2005, ECLI:NL:HR:2005:AT2968, m.nt. T.M. Schalken
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
4 oktober 2005
- Magistraten
Mrs. C.J.G. Bleichrodt, G.J.M. Corstens, J.P. Balkema, J.W. Ilsink, J. de Hullu
- Zaaknummer
03064/04B
- Conclusie
A-G Machielse
- Noot
T.M. Schalken
- LJN
AT2968
- JCDI
JCDI:ADS116985:1
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht (V)
Strafprocesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2005:AT2968, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 04‑10‑2005
ECLI:NL:HR:2005:AT2968, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 04‑10‑2005
Beroepschrift, Hoge Raad, 01‑11‑2004
Essentie
De omstandigheid dat de OvJ een vordering GVO tegen NN-verdachte heeft ingediend uitsluitend met als doel het stuiten van de verjaring levert op zich geen misbruik van bevoegdheid op. Het instellen van een dergelijke vordering GVO is een daad van vervolging ex art. 72 lid 1 Sr, die de verjaring van het recht tot strafvervolging stuit, als voldaan is aan de overige eisen ex art. 72 lid 1 Sr. Zodra dat het geval is heeft de stuiting met terugwerkende kracht rechtsgevolg (HR NJ 1999, 179).
Voorgaande uitspraak
Beschikking
op het beroep in ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.