JOL 2005, 560
Vordering gvo tegen onbekende verdachte om verjaring te stuiten geen misbruik van procesrecht. Stuiting ex tunc. Materieel strafrecht en strafprocesrecht
HR 04-10-2005, ECLI:NL:HR:2005:AT2968
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
4 oktober 2005
- Magistraten
Mrs. C.J.G. Bleichrodt, G.J.M. Corstens, J.P. Balkema, J.W. Ilsink, J. de Hullu
- Zaaknummer
03064/04B
- Conclusie
A-G Machielse
- LJN
AT2968
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht (V)
Strafprocesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2005:AT2968, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 04‑10‑2005
ECLI:NL:HR:2005:AT2968, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 04‑10‑2005
Beroepschrift, Hoge Raad, 01‑11‑2004
Essentie
Vordering gvo tegen onbekende verdachte om verjaring te stuiten geen misbruik van procesrecht. Stuiting ex tunc.
Voorgaande uitspraak
Arrest op het beroep in cassatie tegen een beschikking van de Rechtbank te Utrecht van 30 augustus 2004, naar aanleiding van een door de Rechter-Commissaris, belast met de behandeling van strafzaken in voormelde Rechtbank, gegeven beschikking, waarbij is afgewezen de vordering tot opening van het gerechtelijk vooronderzoek tegen:
N.N., geboren te onbekend op onbekend, zonder bekende woon- of verblijfplaats hier te lande.
Hoge Raad:
1. De bestreden beschikking
De Rechtbank heeft in hoger beroep — met vernietiging van een ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.