NJ 2006, 449
Uitleg ‘in vereniging’ cfm art. 141 Sr.
HR 13-09-2005, ECLI:NL:HR:2005:AT5755
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
13 september 2005
- Magistraten
Mrs. F.H. Koster, G.J.M. Corstens, W.M.E. Thomassen
- Zaaknummer
03462/04J
- Conclusie
A-G Machielse
- LJN
AT5755
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2005:AT5755, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 13‑09‑2005
ECLI:NL:HR:2005:AT5755, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 13‑09‑2005
- Wetingang
Essentie
Van het ‘in vereniging’ plegen van geweld als bedoeld in art. 141 Sr is reeds spake als de betrokkene een voldoende significante of wenzelijke bijdrage levert aan het geweld; deze bijdrage hoeft zelf niet van gewelddadige aard te zijn. De tenlastelegging dat ‘verdachte (...) openlijk geweld heeft gepleegd tegen goederen, welk geweld bestond uit het (...) gooien van een steen (...) tegen een gebouw’ voldoet aan de eisen van art. 261 Sv.
Voorgaande uitspraak
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te Amsterdam van 30 september 2004, nummer ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.