NJ 2005, 503
Verweer m.b.t. snelheidsovertreding bezwaarlijk anders te verstaan dan als beroep op verontschuldigbare dwaling.
HR 13-09-2005, ECLI:NL:PHR:2005:AT8992
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
13 september 2005
- Magistraten
Mrs. F.H. Koster, G.J.M. Corstens, J.W. Ilsink
- Zaaknummer
02754/04
- Conclusie
A-G Wortel
- LJN
AT8992
- Vakgebied(en)
Bijzonder strafrecht / Verkeersstrafrecht
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2005:AT8992, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 13‑09‑2005
ECLI:NL:PHR:2005:AT8992, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 13‑09‑2005
- Wetingang
Sv art. 358 lid 3; RVV 1990 art. 20
Essentie
Verdachte's verweer m.b.t. zijn snelheidsovertreding (o.a.: ik leg een krantenartikel over waaruit blijkt dat een kantonrechter eerder twee personen van hetzelfde feit heeft vrijgesproken omdat de geldende maximum snelheid onduidelijk was) kan bezwaarlijk anders worden verstaan dan als een beroep op verontschuldigbare dwaling.
Voorgaande uitspraak
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te Arnhem van 10 juni 2004, nummer 21/003966–03, in de strafzaak tegen W vn B., adv. G. van der Wilt te Rotterdam.
Hof:
De uitspraak
Het Hof heeft in hoger beroep de verdachte ter zake van 'overtreding van ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.