NJ 2006, 447
Verzoek toestemming bloedproef zonder verdenking rijden onder invloed.
HR 06-09-2005, ECLI:NL:HR:2005:AT3993, m.nt. J.M. Reijntjes
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
6 september 2005
- Magistraten
Mrs. C.J.G. Bleichrodt, B.C. de Savornin Lohman, J. de Hullu, W.M.E. Thomassen, H.A.G. Splinter-van Kan
- Zaaknummer
02514/04
- Conclusie
A-G Machielse
- Noot
J.M. Reijntjes
- LJN
AT3993
- JCDI
JCDI:ADS116948:1
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Voorfase
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2005:AT3993, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 06‑09‑2005
ECLI:NL:HR:2005:AT3993, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 06‑09‑2005
- Wetingang
Sv art. 27; Wegenverkeerswet art. 8; Wegenverkeerswet art. 163 lid 4
Essentie
Wanneer geen verdenking bestond van overtreding van art. 8 WVW jegens verdachte en hem wel om toestemming is verzocht tot een bloedonderzoek, is dat verzoek onbevoegd gedaan. 's Hofs oordeel dat dit verzuim in casu — nu niet zonder toestemming inbreuk is gemaakt op verdachtes lichamelijke integriteit — niet tot bewijsuitsluiting hoeft te leiden, waarbij het Hof verschillende relativerende factoren rond de ernst van het verzuim in aanmerking heeft genomen, is niet onjuist of onbegrijpelijk.
Voorgaande uitspraak
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te Leeuwarden van 6 november 2003, nummer ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.