JOL 2005, 446
Meer- en Vaartverweer dat ingevoerde cocaïne ten tijde van het bewezenverklaarde verdere vervoer al inbeslaggenomen was.
HR 23-08-2005, ECLI:NL:HR:2005:AT6061
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
23 augustus 2005
- Magistraten
Mrs. F.H. Koster, J.P. Balkema, B.C. de Savornin Lohman
- Zaaknummer
03356/04
- Conclusie
A-G Jörg
- LJN
AT6061
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2005:AT6061, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 23‑08‑2005
ECLI:NL:HR:2005:AT6061, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 23‑08‑2005
Essentie
Meer- en Vaartverweer dat ingevoerde cocaïne ten tijde van het bewezenverklaarde verdere vervoer al inbeslaggenomen was.
Voorgaande uitspraak
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te Arnhem van 2 april 2004, nummer 21/005664–03, in de strafzaak tegen [verdachte], geboren op Curaçao (Nederlandse Antillen) op [geboortedatum] 1978, wonende te [woonplaats].
Hoge Raad:
1. De bestreden uitspraak
1.1
Het Hof heeft in hoger beroep — met vernietiging van een vonnis van de Rechtbank te Almelo van 14 oktober 2003 — de verdachte ter zake van 1. 'opzettelijk handelen in strijd met een in ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.