NJ 2005, 489
Afwijzing vordering sfo.
HR 16-08-2005, ECLI:NL:HR:2005:AT7026
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
16 augustus 2005
- Magistraten
Mrs. C.J.G. Bleichrodt, A.J.A. van Dorst, J.W. Ilsink
- Zaaknummer
03534/04B
- Conclusie
A-G Vellinga
- LJN
AT7026
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Sancties
Strafprocesrecht / Voorfase
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2005:AT7026, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 16‑08‑2005
ECLI:NL:HR:2005:AT7026, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 16‑08‑2005
- Wetingang
Sr art. 36e lid 3; Sv art. 126
Essentie
Een vordering tot instellen van een strafrechtelijk financieel onderzoek is toewijsbaar als het een misdrijf betreft waarvoor een geldboete van de 5e categorie kan worden opgelegd en waardoor op geld waardeerbaar voordeel van enig belang kan zijn verkregen. De OvJ hoeft niet reeds in zijn vordering mededeling te doen van andere feiten als bedoeld inart. 36e lid 3Sr.
Voorgaande uitspraak
Beschikking op het beroep in cassatie tegen een beschikking van de Rechtbank te Amsterdam van 23 november 2004, nummer 04/4193 en parketnummer 13/077054–04, waarbij het hoger beroep van de Officier van Justitie tegen een beschikking ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.