NJ 2005, 409
Innerlijk tegenstrijdige uitspraak; bewezenverklaring spoort niet met de beslissing op de vordering van de benadeelde partij.
HR 28-06-2005, ECLI:NL:HR:2005:AT4426
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
28 juni 2005
- Magistraten
Mrs. F.H. Koster, B.C. de Savornin Lohman, W.M.E. Thomassen
- Zaaknummer
03665/04
- Conclusie
A-G Machielse
- LJN
AT4426
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Bijzonder strafrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2005:AT4426, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 28‑06‑2005
ECLI:NL:HR:2005:AT4426, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 28‑06‑2005
- Wetingang
Sv art. 361
Essentie
Blijkens de gebezigde bewijsmiddelen heeft het Hof vastgesteld dat de benadeelde partij de rechthebbende is op het in de bewezenverklaring genoemde auteursrecht en dat de verdachte zonder diens toestemming heeft gehandeld. Omtrent mogelijke andere rechthebbenden houden die bewijsmiddelen niets in. Voorts verklaarde het Hof de benadeelde partij niet-ontvankelijk omdat ‘de vraag of de benadeelde partij auteursrechthebbende is (...) in dit strafgeding niet voldoende duidelijk beantwoord kan worden’. Aldus is de uitspraak innerlijk tegenstrijdig, zodat zij niet in stand kan blijven.
Voorgaande uitspraak
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te Arnhem van ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.