NJ 2005, 470
Aan het begrip seksueel binnendringen komt voldoende feitelijke betekenis toe.
HR 28-06-2005, ECLI:NL:HR:2005:AT7301
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
28 juni 2005
- Magistraten
Mrs. C.J.G. Bleichrodt, J.P. Balkema, J. de Hullu
- Zaaknummer
02836/04
- Conclusie
A-G Machielse
- LJN
AT7301
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2005:AT7301, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 28‑06‑2005
ECLI:NL:HR:2005:AT7301, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 28‑06‑2005
- Wetingang
Essentie
De klacht dat het tenlastegelegde onvoldoende feitelijk is omschreven omdat daarin niet is vermeld uit welke gedragingen het seksueel binnendringen heeft bestaan, faalt omdat aan het begrip seksueel binnendringen voldoende feitelijke betekenis toekomt.
Voorgaande uitspraak
Arrest op het beroep in cassatie tegen een vonnis van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van de Nederlandse Antillen en Aruba van 27 april 2004, nummer 901.267/02, in de strafzaak tegen A.F.B., adv. mr. G. Spong te Amsterdam.
Hof:
De uitspraak
Het Hof heeft in hoger beroep de verdachte vrijgesproken van het hem bij inleidende dagvaarding onder 2 primair tenlastegelegde en ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.