NJ 2005, 416
Aanhoudingsverzoek terecht afgewezen.
HR 31-05-2005, ECLI:NL:HR:2005:AT1758
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
31 mei 2005
- Magistraten
Mrs. F.H. Koster, B.C. de Savornin Lohman, J.W. Ilsink
- Zaaknummer
02045/04
- Conclusie
A-G Vellinga
- LJN
AT1758
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2005:AT1758, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 31‑05‑2005
ECLI:NL:HR:2005:AT1758, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 31‑05‑2005
- Wetingang
Essentie
Verdachte ontslaat ter zitting zijn raadsman. Het Hof heeft het daaropvolgend aanhoudingsverzoek omdat verdachte een andere raadsman wilde, op goede gronden afgewezen.
Samenvatting
In de afwijzing van het aanhoudingsverzoek ligt als oordeel besloten dat het belang van berechting binnen een redelijke termijn in dit geval diende te prevaleren boven het belang van de verdachte bij bijstand van een raadsman tijdens de verdere behandeling. Dat oordeel geeft geen blijk van een onjuiste rechtsopvatting en is niet onbegrijpelijk, in aanmerking genomen dat reeds drie behandelingen in hoger beroep hadden plaatsgevonden, dat verdachte daarbij telkens door een raadsman werd verdedigd, dat ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.