NJ 2005, 397
Onbegrijpelijke afwijzing aanhoudingsverzoek i.v.m. medische behandeling.
HR 24-05-2005, ECLI:NL:HR:2005:AS8855
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
24 mei 2005
- Magistraten
Mrs. F.H. Koster, B.C. de Savornin Lohman, W.M.E. Thomassen
- Zaaknummer
02572/04
- Conclusie
A-G Machielse
- LJN
AS8855
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Internationaal belastingrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2005:AS8855, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 24‑05‑2005
ECLI:NL:HR:2005:AS8855, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 24‑05‑2005
- Wetingang
EVRM art. 6 lid 3; Sv art. 278 lid 3
Essentie
Gelet op de uitdrukkelijke wens van de verdachte om bij de behandeling van haar zaak in persoon aanwezig te zijn en de door de raadsman overgelegde brief van de arts waarin deze verklaart dat de verdachte bij hem onder behandeling is en dat zij thans niet — maar op een in de nabije toekomst gelegen tijdstip naar verwachting wél — in staat is ter zitting te verschijnen, is 's Hofs oordeel dat het verzoek om aanhouding onvoldoende is gemotiveerd onbegrijpelijk. Daaraan doet niet af dat de verdachte door een daartoe uitdrukkelijk gemachtigde raadsman werd verdedigd.
Voorgaande uitspraak
Arrest ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.