NJ 2005, 374
Strafrechter kan niet treden in juistheid oplegging geheimhoudingsplicht.
HR 17-05-2005, ECLI:NL:HR:2005:AS4610
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
17 mei 2005
- Magistraten
Mrs. F.H. Koster, G.J.M. Corstens, J. de Hullu, W.M.E. Thomassen, H.A.G. Splinter-van Kan
- Zaaknummer
01290/04
- Conclusie
A-G Machielse
- LJN
AS4610
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Staatsrecht / Staatsinrichting
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2005:AS4610, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 17‑05‑2005
ECLI:NL:HR:2005:AS4610, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 17‑05‑2005
- Wetingang
Essentie
De strafrechter kan niet treden in het oordeel of aan de verdachte terecht geheimhoudingsplicht is opgelegd door Gedeputeerde Staten. Hij heeft slechts te beoordelen of de geheimhoudingsplicht formeel in overeenstemming is met de desbetreffende wettelijke regeling. Dat sluit niet uit dat de verdachte zich kan beroepen op een strafuitsluitingsgrond, zoals noodtoestand en dat de rechter in dat verband kan beoordelen of de niet naleving van de geheimhoudingsplicht in het concrete geval kan worden gerechtvaardigd door andere belangen.
Voorgaande uitspraak
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch van 11 juli 2003, ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.