JOL 2005, 249
Verdachte kan niet als getuige onder ede worden gehoord inzake de vordering van de benadeelde partij.
HR 19-04-2005, ECLI:NL:HR:2005:AS9314
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
19 april 2005
- Magistraten
Mrs. C.J.G. Bleichrodt, J.P. Balkema, J. de Hullu
- Zaaknummer
02876/04
- Conclusie
A-G Jörg
- LJN
AS9314
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2005:AS9314, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 19‑04‑2005
ECLI:NL:HR:2005:AS9314, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 19‑04‑2005
Beroepschrift, Hoge Raad, 07‑12‑2004
Essentie
Verdachte kan niet als getuige onder ede worden gehoord inzake de vordering van de benadeelde partij.
Voorgaande uitspraak
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te Amsterdam van 22 mei 2003, nummer 23/002509–00, in de strafzaak tegen:
[verdachte], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1941, te [woonplaats].
Hoge Raad:
1. De bestreden uitspraak
Het Hof heeft in hoger beroep — met vernietiging van een vonnis van de Rechtbank te Alkmaar van 3 mei 2000 — de verdachte vrijgesproken van het hem bij inleidende dagvaarding onder 3 primair en subsidiair, 4 primair, subsidiair en ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.