NJ 2005, 253
Geen cassatie tegen beslissing voorzitter inzake dragen handboeien door verdachte.
HR 19-04-2005, ECLI:NL:HR:2005:AS9307
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
19 april 2005
- Magistraten
Mrs. C.J.G. Bleichrodt, J.P. Balkema, A.J.A. van Dorst
- Zaaknummer
02612/04
- Conclusie
A-G Jörg
- LJN
AS9307
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Rechtsmiddelen
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2005:AS9307, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 19‑04‑2005
ECLI:NL:HR:2005:AS9307, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 19‑04‑2005
- Wetingang
Essentie
Tegen de ter terechtzitting genomen beslissing door de voorzitter van het hof inzake het dragen van handboeien door de verdachte staat geen cassatieberoep open.
Voorgaande uitspraak
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te Arnhem van 13 februari 2004, nummer 21/002321–02, in de strafzaak tegen N.I., adv. mr. J.L.A.M. le Cocq d'Armandville en mr. J.Y. Taekema te Rotterdam.
Hof:
De uitspraak
Het Hof heeft in hoger beroep de verdachte ter zake van 1. 'opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 2, eerste lid onder A, van de Opiumwet gegeven ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.