JOL 2005, 158
Onttrekking aan het verkeer van geld (in casu afkomstig van drughandel) als wettig betaalmiddel is, ongeacht de herkomst en/of de bestemming ervan en ongeacht aan wie het toebehoort, niet mogelijk. Materieel strafrecht
HR 08-03-2005, ECLI:NL:PHR:2005:AR7626
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
8 maart 2005
- Magistraten
Mrs. F.H. Koster, J.P. Balkema, B.C. de Savornin Lohman, J.W. Ilsink, J. de Hullu
- Zaaknummer
01959/04B
- Conclusie
A-G Jörg
- LJN
AR7626
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2005:AR7626, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 08‑03‑2005
ECLI:NL:PHR:2005:AR7626, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 08‑03‑2005
Beroepschrift, Hoge Raad, 30‑07‑2004
Essentie
Onttrekking aan het verkeer van geld (in casu afkomstig van drughandel) als wettig betaalmiddel is, ongeacht de herkomst en/of de bestemming ervan en ongeacht aan wie het toebehoort, niet mogelijk
Voorgaande uitspraak
Beschikking op het beroep in cassatie tegen een beschikking van de Rechtbank te Roermond van 10 juni 2004, nummer RK 04/119, gegeven op een vordering van de Officier van Justitie in het arrondissement Roermond als bedoeld in artikel 552f, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, tot onttrekking aan het verkeer, in de zaak tegen:
[betrokkene], geboren op [geboortedatum] 1971 te [geboorteplaats] ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.