NJ 2005, 384
Het ontbreken bij de stukken van de pleitnotitie leidt tot nietigheid van het onderzoek.
HR 15-02-2005, ECLI:NL:HR:2005:AR5742
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
15 februari 2005
- Magistraten
Mrs. F.H. Koster, J.P. Balkema, B.C. de Savornin Lohman, W.A.M. van Schendel, J.W. Ilsink
- Zaaknummer
00872/04
- Conclusie
A-G Vellinga
- LJN
AR5742
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Rechtsmiddelen
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2005:AR5742, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 15‑02‑2005
ECLI:NL:HR:2005:AR5742, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 15‑02‑2005
- Wetingang
Essentie
Het ontbreken van de in hoger beroep overgelegde pleitnotitie bij de aan de Hoge Raad toegezonden stukken is een verzuim dat, nu het in casu onherstelbaar is, nietigheid van het onderzoek en de naar aanleiding daarvan gedane uitspraak meebrengt.
Voorgaande uitspraak
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te Amsterdam van 14 juli 2003, nummer 23/004062–01, in de strafzaak tegen T.L., adv. mr. A.M. Seebregts en mr. J.J.A.P. van Breukelen te Rotterdam.
Hof:
De uitspraak
Na verwijzing van de zaak door de Hoge Raad bij arrest van 30 oktober 2001, heeft ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.