JOL 2005, 90
Nederlands voorbehoud bij art. 2 Verdrag inzake het witwassen, de opsporing, etc. (Trb. 1990, 172) ter zake van fiscale delicten heeft betrekking op naar het recht van de verzoekende en aangezochte staat als fiscale delicten te kwalificeren feiten.
HR 08-02-2005, ECLI:NL:HR:2005:AR7621
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
8 februari 2005
- Magistraten
Mrs. W.J.M. Davids, B.C. de Savornin Lohman, W.A.M. van Schendel
- Zaaknummer
01675/04B
- Conclusie
A-G Vellinga
- LJN
AR7621
- Vakgebied(en)
Internationaal strafrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2005:AR7621, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 08‑02‑2005
ECLI:NL:HR:2005:AR7621, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 08‑02‑2005
Essentie
Nederlands voorbehoud bij art. 2 Verdrag inzake het witwassen, de opsporing, etc. (Trb. 1990, 172) ter zake van fiscale delicten heeft betrekking op naar het recht van de verzoekende en aangezochte staat als fiscale delicten te kwalificeren feiten.
Voorgaande uitspraak
Arrest op het beroep in cassatie tegen een beschikking van de Rechtbank te 's-Gravenhage van 9 december 2003, nummer RK 03/767, op een beklag als bedoeld in artikel 552a van het Wetboek van Strafvordering, ingediend door:
[klaagster], gevestigd te [vestigingsplaats].
Hoge Raad:
1. De bestreden beschikking
De Rechtbank heeft gegrond verklaard het door ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.