NJ 2007, 469
HR, 21-12-2004, nr. 03010/03
HR 21-12-2004, ECLI:NL:HR:2004:AR3687, m.nt. D.H. de Jong
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
21 december 2004
- Magistraten
mr. F.H. Koster, mr. W.A.M. van Schendel, mr. J.W. Ilsink
- Zaaknummer
03010/03
- Conclusie
plv. P-G Fokkens
- Noot
D.H. de Jong
- LJN
AR3687
- JCDI
JCDI:ADS127091:1
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2004:AR3687, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 21‑12‑2004
ECLI:NL:HR:2004:AR3687, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 21‑12‑2004
- Wetingang
Essentie
Het Hof heeft bij de verwerping van het beroep op noodweer(exces) onvoldoende inzicht gegeven in zijn gedachtegang door hetzij ten onrechte aan te nemen dat een beroep op noodweer niet kan slagen bij een onmiddellijk dreigend gevaar van een aanranding, als geen sprake is van een daadwerkelijke aanranding, hetzij ten onrechte aan te nemen dat zich zo'n onmiddellijk dreigend gevaar niet voordeed op de enkele grond dat verdachte als eerste heeft geschoten.
Partij(en)
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te 's-Gravenhage van 4 juli 2003, nummer 22/000378-02, in de strafzaak tegen M.H. ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.