NJ 2005, 83
Criteria voor veroordeling voor art. 8 lid 1 WVW 1994.
HR 21-12-2004, ECLI:NL:PHR:2004:AR5013
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
21 december 2004
- Magistraten
Mrs. F.H. Koster, G.J.M. Corstens, J.P. Balkema, A.J.A. van Dorst, W.A.M. van Schendel
- Zaaknummer
00892/04
- Conclusie
A-G Machielse
- LJN
AR5013
- Vakgebied(en)
Bijzonder strafrecht / Verkeersstrafrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2004:AR5013, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 21‑12‑2004
ECLI:NL:PHR:2004:AR5013, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 21‑12‑2004
- Wetingang
WVW 1994 art. 8 lid 1
Essentie
Rijden onder invloed van cannabis. Voor een veroordeling op grond van art. 8, eerste lid, WVW 1994 is niet noodzakelijk dat sprake is geweest van feitelijk gevaarlijk of niet aan de verkeerssituatie aangepast rijgedrag van de bestuurder. Beslissend is of uit de bewijsmiddelen kan worden afgeleid dat de verdachte onder een zodanige invloed van de desbetreffende stof verkeerde dat hij niet tot behoorlijk besturen in staat moest worden geacht.
Voorgaande uitspraak
Arrest op de beroepen in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch van 3 december 2003, nummer 20/001237–03, in de strafzaak tegen M.M.A. ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.