JOL 2004, 688
Ontneming wederrechtelijk verkregen voordeel bij mededaderschap.
HR 07-12-2004, ECLI:NL:PHR:2004:AQ8489
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
7 december 2004
- Magistraten
Mrs. W.J.M., J.L.M. Urlings, G.J.M. Corstens, J.P. Balkema, J. de Hullu
- Zaaknummer
00734/04P
- Conclusie
A-G J. Wortel
- LJN
AQ8489
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2004:AQ8489, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 07‑12‑2004
ECLI:NL:PHR:2004:AQ8489, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 07‑12‑2004
Essentie
Ontneming wederrechtelijk verkregen voordeel bij mededaderschap.
Voorgaande uitspraak
Arrest op het beroep in cassatie tegen een uitspraak van het Gerechtshof te Amsterdam, nevenzittingsplaats Leeuwarden, van 28 januari 2004, nummer 24/001118–02, op een vordering tot ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel ten laste van:
[betrokkene], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1967, ten tijde van de aanzegging in cassatie gedetineerd in de Penitentiaire Inrichting 'De Schie' te Rotterdam.
Hoge Raad:
1. De bestreden uitspraak
Het Hof heeft in hoger beroep — met vernietiging van een beslissing van de Rechtbank te Amsterdam van 29 mei 2002 — de betrokkene ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.