JOL 2004, 689
Moment waarop de redelijke termijn een aanvang neemt.
HR 07-12-2004, ECLI:NL:HR:2004:AR3709
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
7 december 2004
- Magistraten
Mrs. F.H. Koster, G.J.M. Corstens, J.W. Ilsink
- Zaaknummer
00528/04
- Conclusie
A-G W.H. Vellinga
- LJN
AR3709
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Strafprocesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2004:AR3709, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 07‑12‑2004
ECLI:NL:HR:2004:AR3709, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 07‑12‑2004
Essentie
Moment waarop de redelijke termijn een aanvang neemt.
Voorgaande uitspraak
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch van 4 juli 2003, nummer 20/001955–02, in de strafzaak tegen:
[verdachte], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1939, te [woonplaats].
Hoge Raad:
1. De bestreden uitspraak
Het Hof heeft in hoger beroep — behalve ten aanzien van de bewijsvoering, de kwalificatie, de strafoplegging en de overwegingen van de eerste rechter omtrent de geldigheid van de inleidende dagvaarding en de ontvankelijkheid van het Openbaar Ministerie in zijn strafvervolging — bevestigd een vonnis van de Arrondissementsrechtbank ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.