NJ 2005, 134
Verzoek getuigen te horen ten dele op ontoereikende gronden afgewezen.
HR 30-11-2004, ECLI:NL:HR:2004:AR3246
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
30 november 2004
- Magistraten
Mrs. F.H. Koster, W.A.M. van Schendel, J.W. Ilsink
- Zaaknummer
00488/04
- Conclusie
A-G Jörg
- LJN
AR3246
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2004:AR3246, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 30‑11‑2004
ECLI:NL:HR:2004:AR3246, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 30‑11‑2004
- Wetingang
Sv art. 321 lid 1; Sv art. 263 (oud); Sv art. 288 lid 1
Essentie
Verzoek getuigen te horen afgewezen omdat redelijkerwijs valt aan te nemen dat verdachte door het niet oproepen niet in zijn verdediging wordt geschaad. De afwijzing is niet onbegrijpelijk ten aanzien van getuige D. nu het verzoek slechts inhoudt dat de getuige uit eigen wetenschap kan verklaren ten aanzien van feiten betreffende het ten laste gelegde. Ten aanzien van getuige Van W. is de afwijzing niet zonder meer begrijpelijk nu het verzoek een betwisting inhoudt van specifieke, belastende onderdelen van de door die getuige bij de politie afgelegde verklaring. Niet valt in te zien dat de omstandigheid dat het verzoek ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.