NJ 2005, 274
Ontoereikende strafmotivering.
HR 02-11-2004, ECLI:NL:HR:2004:AQ8466, m.nt. T.M. Schalken
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
2 november 2004
- Magistraten
Mrs. F.H. Koster, J.L.M. Urlings, J.P. Balkema, A.J.A. van Dorst, W.A.M. van Schendel
- Zaaknummer
02822/03
- Conclusie
plv. P-G Fokkens
- Noot
T.M. Schalken
- LJN
AQ8466
- JCDI
JCDI:ADS116971:1
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Internationaal belastingrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2004:AQ8466, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 02‑11‑2004
ECLI:NL:HR:2004:AQ8466, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 02‑11‑2004
- Wetingang
Sv art. 359 lid 5; Sv art. 359 lid 6; EVRM art. 6 lid 2
Essentie
Het Hof oordeelde dat de verdachte ‘een extra zware straf’ verdiende omdat hij zich behalve aan de bewezenverklaarde doodslag en openlijk geweld ook had schuldig gemaakt aan de in de strafmotivering vermelde pogingen tot afpersing met mishandelingen en bedreigingen. Dit oordeel is ontoereikend gemotiveerd, aangezien a. geen sprake was van ad informandum gevoegde feiten die door de verdachte op de zitting waren erkend, b. de in de strafmotivering genoemde feiten niet zonder nadere motivering konden worden aangemerkt als nadere uitwerking van de omstandigheden waaronder de bewezenverklaarde misdrijven waren begaan, nu uit het verhandelde ter zitting niet het verband tussen ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.