NJ 2004, 690
Motivering vrijspraak niet onbegrijpelijk.
HR 26-10-2004, ECLI:NL:HR:2004:AR2190
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
26 oktober 2004
- Magistraten
Mrs. F.H. Koster, J.L.M. Urlings, W.A.M. van Schendel,
- Zaaknummer
00956/04
- Conclusie
A-G Vellinga
- LJN
AR2190
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Rechtsmiddelen
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2004:AR2190, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 26‑10‑2004
ECLI:NL:HR:2004:AR2190, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 26‑10‑2004
- Wetingang
Essentie
Cassatie tegen een vrijspraak. 's Hofs motivering van de vrijspraak van geweldsdelicten door een groepsleider in kinderdagverblijven, is niet onbegrijpelijk, ook niet als de in casu voorhanden statistische berekeningen op zichzelf betrouwbaar bewijsmateriaal zouden vormen die een andere beslissing omtrent het gebruik daarvan voor het bewijs zouden toelaten.
Voorgaande uitspraak
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te Amsterdam van 7 oktober 2003, nummer 23/001572–02, in de strafzaak tegen B.K., adv. mr. G.P. Hamer en mr. A.M. Ficq-Kengen te Amsterdam.
Hof:
De bestreden uitspraak
Het Hof heeft in hoger beroep de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.