NJ 2004, 676
Toereikend bewijs dat niet onderzochte pillen MDMA bevatten.
HR 26-10-2004, ECLI:NL:HR:2004:AR3267
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
26 oktober 2004
- Magistraten
Mrs. C.J.G. Bleichrodt, J.P. Balkema, B.C. de Savornin Lohman
- Zaaknummer
00822/04
- Conclusie
plv. P-G Fokkens
- LJN
AR3267
- Vakgebied(en)
Bijzonder strafrecht / Opiumwet
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Gezondheidsrecht / Bijzondere onderwerpen
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2004:AR3267, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 26‑10‑2004
ECLI:NL:HR:2004:AR3267, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 26‑10‑2004
- Wetingang
Opiumwet art. 2; Sv art. 359 lid 2
Essentie
Toereikend bewijs dat de uitgevoerde, niet onderzochte, pillen MDMA bevatten, nu alle andere rond de periode van de uitvoer door het NFI onderzochte pillen met hetzelfde logo MDMA bevatten en de door verdachte en haar medeverdachte 's avonds voor vertrek ingenomen pillen, die behoorden tot de uitgevoeren voorraad, de fysieke reactie van een XTC-pil gaven.
Voorgaande uitspraak
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te Amsterdam, zitting houdende te Arnhem, van 17 juni 2003, nummer 21/003599–02, in de strafzaak tegen B. de S., adv. mr. G.P. Hamer en mr. A.M. Ficq-Kengen te Amsterdam. ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.