NJ 2007, 106
HR, 12-10-2004, nr. 01393/03
HR 12-10-2004, ECLI:NL:HR:2004:AO3233
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
12 oktober 2004
- Magistraten
Mrs. C.J.G. Bleichrodt, G.J.M. Corstens, B.C. de Savornin Lohman, J.W. Ilsink, J. de Hullu
- Zaaknummer
01393/03
- Conclusie
A-G Jörg
- LJN
AO3233
- JCDI
JCDI:ADS154934:1
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Sancties
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2004:AO3233, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 12‑10‑2004
ECLI:NL:HR:2004:AO3233, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 12‑10‑2004
Beroepschrift, Hoge Raad, 22‑08‑2003
- Wetingang
Sr art. 36f, 37, 37 lid 1, 38l lid 2; Sv art. 361 lid 2
Essentie
1. Redelijke wetstoepassing brengt mee dat art. 38l lid 2 Sr – strekkende tot het vermijden van processuele moeilijkheden door het gelijktijdig van kracht zijn van twee strafrechtelijke plaatsingen in een psychiatrisch ziekenhuis – van overeenkomstige toepassing is op de situatie dat de strafrechter een last cfm. art. 37 lid 1 Sr geeft en reeds een civielrechtelijke plaatsing van kracht is. Die plaatsing eindigt bij het onherroepelijk worden van de last cfm. art. 37 lid 1 Sr.
2. Ingevolge art. 36f lid 1 Sr kan geen schadevergoedingsmaatregel worden opgelegd bij ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.