JOL 2004, 514
Geen terugwijzing als raadsman ten onrechte niet is aanvaard als gemachtigde raadsman van niet verschenen verdachte.
HR 05-10-2004, ECLI:NL:HR:2004:AP0187
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
5 oktober 2004
- Magistraten
Mrs. F.H. Koster, J.L.M. Urlings, B.C. de Savornin Lohman, J.W. Ilsink, J. de Hullu
- Zaaknummer
02677/03
- Conclusie
A-G Vellinga
- LJN
AP0187
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2004:AP0187, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 05‑10‑2004
ECLI:NL:HR:2004:AP0187, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 05‑10‑2004
Essentie
Geen terugwijzing als raadsman ten onrechte niet is aanvaard als gemachtigde raadsman van niet verschenen verdachte.
Voorgaande uitspraak
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te Amsterdam van 4 juni 2003, nummer 23/150 251–02, in de strafzaak tegen:
[Verdachte], geboren te [geboorteplaats] (Iran) op [geboortedatum] 1972, te [woonplaats].
Hoge Raad:
1. De bestreden uitspraak
Het Hof heeft in hoger beroep — met vernietiging van een bij verstek gewezen vonnis van de Politierechter in de Rechtbank te Haarlem van 8 november 2002 — de verdachte ter zake van 'opzettelijk gebruik maken van een niet ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.