NJ 2004, 641
‘In enig oppervlaktewater brengen’ cfm. art. 4 lid 1 Uitvoeringsbesluit art. 1 lid 3 Wet verontreiniging oppervlaktewateren.
HR 21-09-2004, ECLI:NL:HR:2004:AP8079
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
21 september 2004
- Magistraten
Mrs. F.H. Koster, G.J.M. Corstens, W.A.M. van Schendel
- Zaaknummer
00162/04E
- Conclusie
A-G Wortel
- LJN
AP8079
- Vakgebied(en)
Waterrecht (V)
Bijzonder strafrecht / Economisch strafrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2004:AP8079, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 21‑09‑2004
ECLI:NL:HR:2004:AP8079, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 21‑09‑2004
- Wetingang
Wet verontreiniging oppervlaktewateren art. 1 lid 3; Uitvoeringsbesluit art. 4 lid 1
Essentie
Onder het begrip ‘in enig oppervlaktewater brengen’ in art. 4, eerste lid, Uitvoeringsbesluit art. 1, derde lid, Wet verontreiniging oppervlaktewateren valt al dat handelen en nalaten dat tot gevolg heeft dat afvalstoffen, verontreinigende of schadelijke stoffen in enig oppervlaktewater terecht komen. Ook strafbaar is het zonder vergunning in het oppervlaktewater terecht doen komen van dergelijke stoffen ook al zijn deze afkomstig uit dat oppervlaktewater of uit een met dat oppervlaktewater in open verbinding staand, als zodanig aan te merken, oppervlaktewater. Daaronder moet ook worden begrepen het terugvoeren van dergelijke stoffen die enig oppervlaktewater op de drooggevallen rivierbedding heeft ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.