NJ 2005, 62
Eisen aan motivering op grond van art. 359 lid 7 Sv.
HR 21-09-2004, ECLI:NL:HR:2004:AP8341, m.nt. J.M. Reijntjes
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
21 september 2004
- Magistraten
Mrs. W.J.M. Davids, G.J.M. Corstens, A.J.A. van Dorst, B.C. de Savornin Lohman, W.A.M. van Schendel
- Zaaknummer
00028/04
- Conclusie
A-G Wortel
- Noot
J.M. Reijntjes
- LJN
AP8341
- JCDI
JCDI:ADS116926:1
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2004:AP8341, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 21‑09‑2004
ECLI:NL:HR:2004:AP8341, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 21‑09‑2004
- Wetingang
Essentie
Het Hof heeft verdachte wegens valsheid in geschrift meermalen gepleegd veroordeeld en, na de vordering van de A-G tot een taakstraf van 240 uur, aan verdachte onvoorwaardelijke gevangenisstraf opgelegd voor de duur van vier maanden. Het Hof, dat in zijn overigens uitgebreide motivering genoemde vordering niet heeft aangehaald, heeft in strijd met art. 359 lid 7 niet in het bijzonder de reden opgegeven welke hebben geleid tot de oplegging van een zwaardere sanctie. De Hoge Raad merkt nog op dat niet kan worden volstaan met een mededeling in de uitspraak op een andere plaats dan in de strafvordering dat ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.