NJ 2005, 99
Verhoging vordering benadeelde partij in appel.
HR 07-09-2004, ECLI:NL:HR:2004:AP1492, m.nt. P.A.M. Mevis
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
7 september 2004
- Magistraten
Mrs. F.H. Koster, A.J.A. van Dorst, J. de Hullu
- Zaaknummer
02562/03
- Conclusie
A-G Machielse
- Noot
P.A.M. Mevis
- LJN
AP1492
- JCDI
JCDI:ADS116956:1
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Rechtsmiddelen
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2004:AP1492, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 07‑09‑2004
ECLI:NL:HR:2004:AP1492, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 07‑09‑2004
- Wetingang
Sv art. 421 lid 3; Sv art. 440
Essentie
De benadeelde partij mag in hoger beroep niet alsnog schadeposten opvoeren die zij in eerste aanleg niet heeft opgevoerd en evenmin het bedrag van de in eerste aanleg gevorderde schadevergoeding verhogen. Dat heeft zij wel gedaan en het Hof heeft dit betrokken bij zijn berekening en een hoger bedrag toegewezen dan in eerste aanleg gevorderd. Daardoor heeft de benadeelde partij geen redelijk belang bij de klacht over de berekening door het Hof.
Voorgaande uitspraak
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te Amsterdam van 21 maart 2003, nummer 23/003735–01, in de strafzaak ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.