NJ 2004, 551
Vertaling verstekmededeling?
HR 31-08-2004, ECLI:NL:HR:2004:AP0167
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
31 augustus 2004
- Magistraten
mrs. C.J.G. Bleichrodt, J.P. Balkema, A.J.A. van Dorst
- Zaaknummer
02448/03
- Conclusie
A-G Vellinga
- LJN
AP0167
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Onbekend (V)
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2004:AP0167, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 31‑08‑2004
ECLI:NL:HR:2004:AP0167, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 31‑08‑2004
- Wetingang
EVRM art. 6.3a; IVBPR art. 14 lid 3; Sv art. 366
Essentie
Vertaling verstekmededeling?
Verdachte geeft als reden voor het te laat instellen van appel dat hij de Nederlandse taal niet beheerst en geen kennis heeft kunnen nemen van de vestekmededeling. De verstekmededeling hoefde niet vertaald te worden nu het geen mededeling is in de zin van art. 6, derde lid onder a, EVRM aan de verdachte omtrent de aard en de reden van de tegen hem ingebrachte beschuldiging.
Voorgaande uitspraak
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te Arnhem van 25 september 2003, nummer 21/003945–02, in de strafzaak tegen: A.M., adv. mr. ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.