NJ 2004, 589
Geen oproeping na de onderbreking zitting cfm. art. 277 lid 2 Sv.
HR 31-08-2004, ECLI:NL:HR:2004:AP2047
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
31 augustus 2004
- Magistraten
Mrs. C.J.G. Bleichrodt, J.P. Balkema, A.J.A. van Dorst
- Zaaknummer
00108/04
- Conclusie
A-G Jörg
- LJN
AP2047
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2004:AP2047, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 31‑08‑2004
ECLI:NL:HR:2004:AP2047, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 31‑08‑2004
- Wetingang
Sv art. 277 lid 2; SV art. 313
Essentie
Na een onderbreking van de terechtzitting cfm art. 277 lid 2 Sv behoeft de verdachte niet opnieuw te worden opgeroepen voor de aangekondigde nadere zitting. Daaraan doet niet af dat op de onderbroken terechtzitting waar de verdachte niet maar zijn raadsman wel aanwezig was, een vordering tot wijziging van de tenlastelegging is gedaan en gedeeltelijk is toegewezen.
Voorgaande uitspraak
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te Amsterdam van 10 oktober 2002, nummer 23/003975–01, in de strafzaak tegen E.R. van der L., adv. mr. J. Kuijper te Amsterdam.