NJ 2004, 468
Strafmaatverweer.
HR 06-07-2004, ECLI:NL:HR:2004:AO9825
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
6 juli 2004
- Magistraten
Mrs. C.J.G. Bleichrodt, B.C. de Savornin Lohman, J.W. Ilsink,
- Zaaknummer
02546/03
- Conclusie
A-G Jörg
- LJN
AO9825
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Materieel strafrecht / Sancties
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Bijzonder strafrecht / Fiscaal strafrecht
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2004:AO9825, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 06‑07‑2004
ECLI:NL:HR:2004:AO9825, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 06‑07‑2004
- Wetingang
Sr art. 24; Sv art. 358 lid 3; Sv art. 359 lid 5
Essentie
Aan verdachte van grootscheepse belastingfraude (met een benadelingbedrag van ruim 26 miljoen gulden) is niettegenstaande een gevoerd financieel strafmaatverweer een geldboete van 25 000 Euro (aanmerkelijk lager dan de boete die in eerste aanleg was opgelegd en in appèl was gevorderd) opgelegd. Door te overwegen dat het hof rekening heeft gehouden met de financiële draagkracht voor zover daarvan ter terechtzitting is gebleken, heeft het Hof — in minder gelukkige bewoordingen — tot uitdrukking gebracht dat niet aannemelijk is geworden dat de financiële mogelijkheden van verdachte zo beperkt zijn als ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.