JOL 2004, 379
Verdachte is in hoger beroep niet de gelegenheid geboden zich uit te laten over de vordering van de benadeelde partij. Strafprocesrecht
HR 29-06-2004, ECLI:NL:HR:2004:AO9560
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
29 juni 2004
- Magistraten
C.J.G. Bleichrodt, W.A.M. van Schendel, J.W. Ilsink,
- Zaaknummer
02030/03
- Conclusie
A-G Machielse
- LJN
AO9560
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2004:AO9560, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 29‑06‑2004
ECLI:NL:HR:2004:AO9560, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 29‑06‑2004
Essentie
Verdachte is in hoger beroep niet de gelegenheid geboden zich uit te laten over de vordering van de benadeelde partij.
Voorgaande uitspraak
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te Amsterdam van 18 april 2003, nummer 23/003359–02, in de strafzaak tegen:
[verdachte], geboren te [geboorteplaats] (Sovjet-Unie) op [geboortedatum] 1958, wonende te [woonplaats].
Hoge Raad:
1. De bestreden uitspraak
Het Hof heeft in hoger beroep — met vernietiging van een vonnis van de Politierechter in de Rechtbank te Amsterdam van 24 januari 2002 — de verdachte ter zake van 'diefstal door twee of ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.