JOL 2004, 355
Onvoldoende bewijs opzet op levensberoving gelet op gevoerd verweer. Beroep op onrechtmatigheid voorlopige hechtenis kan niet ter zitting worden herhaald nadat raadkamer dit heeft verworpen. Strafprocesrecht.
HR 22-06-2004, ECLI:NL:HR:2004:AO8320
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
22 juni 2004
- Magistraten
Mrs. C.J.G. Bleichrodt, J.P. Balkema, A.J.A. van Dorst, B.C. de Savornin Lohman, J. de Hullu
- Zaaknummer
02304/03
- Conclusie
A-G Jörg
- LJN
AO8320
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2004:AO8320, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 22‑06‑2004
ECLI:NL:HR:2004:AO8320, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 22‑06‑2004
Essentie
Onvoldoende bewijs opzet op levensberoving gelet op gevoerd verweer. Beroep op onrechtmatigheid voorlopige hechtenis kan niet ter zitting worden herhaald nadat raadkamer dit heeft verworpen.
Voorgaande uitspraak
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te 's-Gravenhage van 12 maart 2003, nummer 22/001567–02, in de strafzaak tegen:
[verdachte], geboren te [geboorteplaats] (Turkije) op [geboortedatum] 1980, ten tijde van de aanzegging in cassatie gedetineerd in het Jeugdhuis van Bewaring 'De Sprang' te 's-Gravenhage.
Hoge Raad:
1. De bestreden uitspraak
Het Hof heeft in hoger beroep — met vernietiging van een vonnis van de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.