NJ 2004, 454
Snelheidscontrole d.m.v. snelheidsmeter politievoertuig.
HR 22-06-2004, ECLI:NL:HR:2004:AO3456
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
22 juni 2004
- Magistraten
mrs. F.H. Koster, G.J.M. Corstens, J.P. Balkema, W.A.M. van Schendel, J. de Hullu
- Zaaknummer
01431/03
- Conclusie
A-G Vellinga
- LJN
AO3456
- Vakgebied(en)
Bijzonder strafrecht / Verkeersstrafrecht
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2004:AO3456, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 22‑06‑2004
ECLI:NL:HR:2004:AO3456, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 22‑06‑2004
- Wetingang
Sv art. 344; Sv art. 359 lid 1; Sv art. 359 lid 3; RVV 1990 art. 21
Essentie
Het hof heeft als gereden snelheid aangemerkt de snelheid die is vastgesteld met behulp van de boordsnelheidsmeter van een politievoertuig, verminderd met de maximale afwijking volgens het bij die snelheidsmeter behorend testrapport. Daarmee is voldaan aan de door de Hoge Raad gestelde eis voor het vaststellen van de ‘werkelijke snelheid’ (HR 17 juni 1997, NJ 1997, 735). Het enkele beroep op de ouderdom van het testrapport noopte niet tot een nadere motivering.
Voorgaande uitspraak
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te 's-Gravenhage van 15 november 2002, nummer 22/002395–02, ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.