NJ 2004, 415
Schatting wederrechtelijk verkregen voordeel onvoldoende gemotiveerd.
HR 15-06-2004, ECLI:NL:HR:2004:AO8229
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
15 juni 2004
- Magistraten
Mrs. F.H. Koster, W.A.M. van Schendel, J.W. Ilsink
- Zaaknummer
0168903P
- Conclusie
A-G Jörg
- LJN
AO8229
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Materieel strafrecht / Sancties
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2004:AO8229, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 15‑06‑2004
ECLI:NL:HR:2004:AO8229, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 15‑06‑2004
- Wetingang
Essentie
Het hof heeft de schatting van het wederrechtelijk verkregen voordeel mede gegrond op de omstandigheid dat aan het hof ambtshalve bekend is dat de gemiddelde winstmarge van cocaïne en heroïne elkaar niet veel plegen te ontlopen. Dat is geen wettig bewijsmiddel en is evenmin een feit van algemene bekendheid. De schatting van het voordeel is in zoverre ontoereikend gemotiveerd.
Voorgaande uitspraak
Arrest op het beroep in cassatie tegen een uitspraak van het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch van 19 maart 2003, nummer 20/001484–02, op een vordering tot ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel ten laste van H.H. mr. M. Moszkowicz ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.