NJ 2004, 402
Uitlevering. Overgangsregeling nieuwe Overleveringswet.
HR 01-06-2004, ECLI:NL:HR:2004:AO9133
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
1 juni 2004
- Magistraten
Mrs. C.J.G. Bleichrodt, J.P. Balkema, B.C. de Savornin Lohman
- Zaaknummer
00614/04U
- Conclusie
wnd. A-G Keijzer
- LJN
AO9133
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Internationaal strafrecht / Uitlevering en overlevering
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2004:AO9133, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 01‑06‑2004
ECLI:NL:HR:2004:AO9133, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 01‑06‑2004
- Wetingang
Uitleveringswet 1968 art. 28; Wet van 29-04-04 tot implementatie van het Kaderbesluit van de Raad van de EU betreffende het Europees aanhoudingsbevel en de procedures van overlevering tussen de lidstaten van de EU (Overleveringswet) art. 1; Wet van 29-04-04 tot implementatie van het Kaderbesluit van de Raad van de EU betreffende het Europees aanhoudingsbevel en de procedures van overlevering tussen de lidstaten van de EU (Overleveringswet) art. 74; Wet van 29-04-04 tot implementatie van het Kaderbesluit van de Raad van de EU betreffende het Europees aanhoudingsbevel en de procedures van overlevering tussen de lidstaten van de EU (Overleveringswet) art. 75
Essentie
Uitlevering ter strafvervolging aan België. De klacht dat de Rechtbank de uitlevering ten onrechte toelaatbaar heeft geacht nu de Verdragen die in de Overlevingswet zijn genoemd in art. 74 lid 1 sub c, d, en f, en ook de Uitleveringswet gelet op het Kaderbesluit van de Raad van de Europese Unie betreffende het Europees aanhoudingsbevel en de procedures van overlevering tussen lidstaten (PB 18-01-02, L. 190/1), sedert 1 januari 2004 niet langer van toepassing zijn, faalt. Het uitleveringsverzoek is op 14 augustus ontvangen door de Minister zodat ingevolge de in art. 74 lid 4 Overleveringswet ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.