NJ 2006, 399
Geen termijnbetaling bij ontneming.
HR 25-05-2004, ECLI:NL:HR:2004:AO2272
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
25 mei 2004
- Magistraten
Mrs. F.H. Koster, J.L.M. Urlings, G.J.M. Corstens, J.P. Balkema, B.C. de Savornin Lohman
- Zaaknummer
01572/03P
- Conclusie
A-G Wortel
- LJN
AO2272
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Sancties
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2004:AO2272, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 25‑05‑2004
ECLI:NL:HR:2004:AO2272, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 25‑05‑2004
Beroepschrift, Hoge Raad, 22‑07‑2003
- Wetingang
Essentie
Sedert de op 1 maart 1993 in werking getreden Wet van 10 december 1992, Stb. 1993, 11 is in art. 36e Sr, anders dan in art. 36e (oud), vierde lid, Sr, art. 24a Sr niet van overeenkomstige toepassing verklaard. Betaling in termijnen van het ter ontneming van wederrechtelijk voordeel aan de Staat te betalen bedrag is niet mogelijk.
Voorgaande uitspraak
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te Amsterdam van 6 juni 2002, nummer 23/001488–00, in de strafzaak tegen Z. Adv. mr. K.D.M. Schepers ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.