JOL 2004, 272
Termijnbetaling bij ontneming wederrechtelijk verkregen voordeel niet mogelijk
HR 25-05-2004, ECLI:NL:HR:2004:AO2272
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
25 mei 2004
- Magistraten
Mrs. F.H. Koster, J.L.M. Urlings, G.J.M. Corstens, J.P. Balkema, B.C. de Savornin Lohman
- Zaaknummer
01572/03P
- Conclusie
A-G Wortel
- LJN
AO2272
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2004:AO2272, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 25‑05‑2004
ECLI:NL:HR:2004:AO2272, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 25‑05‑2004
Beroepschrift, Hoge Raad, 22‑07‑2003
Essentie
Termijnbetaling bij ontneming wederrechtelijk verkregen voordeel niet mogelijk Materieel strafrecht
Voorgaande uitspraak
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te Amsterdam van 6 juni 2002, nummer 23/001488–00, in de strafzaak tegen:
[betrokkene], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1961, wonende te [woonplaats].
1. De bestreden uitspraak
Het Hof heeft in hoger beroep — met vernietiging van een beslissing van de Rechtbank te Amsterdam van 6 januari 2000 — de betrokkene de verplichting opgelegd tot betaling aan de Staat van een bedrag van € 250 992,88, subsidiair 360 dagen hechtenis.