JOL 2004, 236
Strafprocesrecht.
HR 20-04-2004, ECLI:NL:HR:2004:AO3452
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
20 april 2004
- Magistraten
Mrs. C.J.G. Bleichrodt, B.C. de Savornin Lohman, J. de Hullu
- Zaaknummer
01415/03
- Conclusie
A-G Vellinga
- LJN
AO3452
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2004:AO3452, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 20‑04‑2004
ECLI:NL:HR:2004:AO3452, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 20‑04‑2004
Essentie
Schadevergoedingsmaatregel en vordering benadeelde partij na vergoeding door Schadefonds Geweldsmisdrijven.
Voorgaande uitspraak
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te Arnhem van 11 februari 2003, nummer 21/001932–02, in de strafzaak tegen:
[Verdachte], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1954, te [woonplaats].
Hoge Raad:
1. De bestreden uitspraak
Het Hof heeft in hoger beroep — met vernietiging van een bij verstek gewezen vonnis van de Arrondissementsrechtbank te Zutphen van 16 juli 2002 — de verdachte ter zake van 'verkrachting' veroordeeld tot zes weken gevangenisstraf, waarvan drie weken voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaren. ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.