JOL 2004, 99
Ernstige bezwaren als bedoeld in art. 9 lid 2 (oud) Opiumwet rechtvaardigden het onderzoek aan het lichaam van de verdachte; ook het geweld, het bij de keel pakken van de verdachte teneinde doorslikken te voorkomen, mocht worden toegepast.
HR 17-02-2004, ECLI:NL:HR:2004:AO1712
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
17 februari 2004
- Magistraten
C.J.G. Bleichrodt, J.P. Balkema, J. de Hullu
- Zaaknummer
01118/03
- Conclusie
A-G Jörg
- LJN
AO1712
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2004:AO1712, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 17‑02‑2004
ECLI:NL:HR:2004:AO1712, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 17‑02‑2004
Essentie
Ernstige bezwaren als bedoeld in art. 9 lid 2 (oud) Opiumwet rechtvaardigden het onderzoek aan het lichaam van de verdachte; ook het geweld, het bij de keel pakken van de verdachte teneinde doorslikken te voorkomen, mocht worden toegepast.
Voorgaande uitspraak
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te Amsterdam van 11 december 2002, nummer 23/003661–01, in de strafzaak tegen:
[verdachte], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1975, te [woonplaats].
Hoge Raad:
1. De bestreden uitspraak
Het Hof heeft in hoger beroep — met vernietiging van een vonnis van de Politierechter in ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.