JOL 2004, 74
Man en vrouw worden beiden gegijzeld. Als feit 1 is bewezen verklaard dat de vrouw is gegijzeld om een ander, namelijk haar man te dwingen geld af te geven. Dat de man ook was gegijzeld betekent niet dat hij niet als een ander in de zin van art. 282 Sr kan worden beschouwd. Materieel strafrecht
HR 03-02-2004, ECLI:NL:HR:2004:AO0609
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
3 februari 2004
- Magistraten
F.H. Koster, J.L.M. Urlings, G.J.M. Corstens
- Zaaknummer
01522/03
- Conclusie
A-G Wortel
- LJN
AO0609
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2004:AO0609, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 03‑02‑2004
ECLI:NL:HR:2004:AO0609, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 03‑02‑2004
Essentie
Man en vrouw worden beiden gegijzeld. Als feit 1 is bewezen verklaard dat de vrouw is gegijzeld om een ander, namelijk haar man te dwingen geld af te geven. Dat de man ook was gegijzeld betekent niet dat hij niet als een ander in de zin van art. 282 Sr kan worden beschouwd.
Voorgaande uitspraak
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te Leeuwarden van 29 juli 2002, nummer 24/000116–02, in de strafzaak tegen:
[verdachte], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1977, ten tijde van de aanzegging in cassatie gedetineerd in ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.