JOL 2004, 73
Vrijspraak van bedreiging met als grappig bedoelde poederbrief. Tegen de achtergrond van hetgeen het Hof heeft vastgesteld omtrent de toen wereldwijd bestaande onrust over de via brieven en pakketten verspreide Anthrax-bacterie, is het oordeel van het Hof dat deze bedreiging van dien aard en onder zodanige omstandigheden is geschied dat zij niet geschikt was om vrees voor inbreuk op de persoonlijke vrijheid teweeg te brengen, niet begrijpelijk.
HR 03-02-2004, ECLI:NL:HR:2004:AN9309
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
3 februari 2004
- Magistraten
C.J.G. Bleichrodt, F.H. Koster, J.P. Balkema, J.W. Ilsink, J. de Hullu
- Zaaknummer
00974/03
- Conclusie
A-G Machielse
- LJN
AN9309
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2004:AN9309, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 03‑02‑2004
ECLI:NL:HR:2004:AN9309, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 03‑02‑2004
Essentie
Vrijspraak van bedreiging met als grappig bedoelde poederbrief. Tegen de achtergrond van hetgeen het Hof heeft vastgesteld omtrent de toen wereldwijd bestaande onrust over de via brieven en pakketten verspreide Anthrax-bacterie, is het oordeel van het Hof dat deze bedreiging van dien aard en onder zodanige omstandigheden is geschied dat zij niet geschikt was om vrees voor inbreuk op de persoonlijke vrijheid teweeg te brengen, niet begrijpelijk.
Voorgaande uitspraak
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te 's-Gravenhage van 28 januari 2003, nummer 22/002689–02, in de strafzaak tegen:
[verdachte], geboren te ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.