JOL 2004, 35
Bewezenverklaring van het opzettelijk in een hulpeloze toestand laten van stiefkind voldoende gemotiveerd. Verdachte heeft door zich niet op de hoogte te stellen van de toestand van het slachtoffer van wie hij wist dat zij, zoals eerder was gebeurd, mishandeld was, bewust de aanmerkelijke kans aanvaard dat het slachtoffer in een hulpeloze toestand verkeerde.
HR 13-01-2004, ECLI:NL:HR:2004:AN9177
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
13 januari 2004
- Magistraten
C.J.G. Bleichrodt, B.C. de Savornin Lohman, J. de Hullu
- Zaaknummer
01353/03
- Conclusie
A-G Machielse
- LJN
AN9177
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2004:AN9177, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 13‑01‑2004
ECLI:NL:HR:2004:AN9177, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 13‑01‑2004
Essentie
Bewezenverklaring van het opzettelijk in een hulpeloze toestand laten van stiefkind voldoende gemotiveerd. Verdachte heeft door zich niet op de hoogte te stellen van de toestand van het slachtoffer van wie hij wist dat zij, zoals eerder was gebeurd, mishandeld was, bewust de aanmerkelijke kans aanvaard dat het slachtoffer in een hulpeloze toestand verkeerde.
Voorgaande uitspraak
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te 's-Gravenhage van 11 december 2002, nummer 22/000761–02, in de strafzaak tegen:
[verdachte], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1964, te [woonplaats].